Artrose
Over het algemeen vond men de zorg voor artrose redelijk goed geregeld, maar toch was het een herkenbaar dilemma. Artrose is een klinische diagnose en is goed te diagnosticeren door een huisarts. Toch vragen huisartsen nog regelmatig aanvullende diagnostiek aan (i.t.t. wat de richtlijn voorschrijft), soms zelfs een MRI. Tijdens de discussie werd vooral ingegaan op artrose van de knie en heup. Artrose elders, bijvoorbeeld in de rug, vonden de huisartsen lastiger te diagnosticeren. De indruk leeft dat het beloop niet altijd goed wordt besproken en dat de huisarts de patiënt dan op de slechtste momenten treft. De huisarts ziet dan vaak een patiënt op het spreekuur die doorverwezen wil worden naar orthopeed. Na doorverwijzing ziet de orthopeed vaak een patiënt die een operatie wil en aan wie soms zelfs een operatie is beloofd door de huisarts. De aanwezige orthopeden gaven aan in het UMCU vooral speciale gevallen te behandelen, niet de rechttoe rechtaan heup of knie. Maar dat ze desondanks wel altijd aandacht hebben voor de conservatieve behandelingen en patiënten ook ‘teleurstellen’ indien nodig. De indruk leeft wel dat dit kan worden voorkomen als de huisarts al inzet op goed verwachtingsmanagement. Nadelen van een operatie kunnen ook al worden besproken door de huisarts, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de UMCU mobility app. Ongeveer 20% van de geopereerden blijkt niet tevreden te zijn na operatieve behandeling (artikel NTvG 2015). Conservatieve opties en het vaak beperkte wetenschappelijke bewijs werden benoemd; men zag een rol voor adequate pijnstilling/ontstekingsremming, fysiotherapie, afvallen, intra-articulaire injecties met corticosteroïden. Injecties met hyaluronzuur worden veel minder geadviseerd/ingezet en wordt niet door de huisartsen uitgevoerd, hyaluronzuurtabletten wel; ondanks beperkt bewijs want ‘placebo helpt ook’. Door alle aanwezigen werd beaamd dat uitleg over het wisselend beloop essentieel is, zodat de patiënt weet wat te verwachten. De aanwezige reumatoloog-in-opleiding gaf aan dat zij artrose ook steeds meer behandelen en dat zij erg veel ervaring hebben in het optimaliseren van conservatieve behandeling. De huisartsen gaven hierbij wel aan dat dit in eerste instantie nog altijd de taak van de huisarts is, maar dat, indien de patiënt toch graag een doorverwijzing wil of als maximaal conservatief beleid onvoldoende aanslaat, dan de reumatoloog, sportarts en/of revalidatiearts tussenstappen kunnen zijn om het conservatief beleid te optimaliseren alvorens chirurgische behandeling te overwegen.
Werkafspraken:
- Artrose is een klinische diagnose: anamnese en lichamelijk onderzoek zijn het belangrijkste. X of MRI voor vaststellen artrose niet meer maken in eerste lijn, want geen consequentie.
- Conservatieve behandeling moet zijn gedaan in eerste lijn. Wat er ten minste moet zijn gedaan, zou nog moeten worden afgesproken: goede voorlichting, ook over wisselend beloop, leefstijladviezen, belasting aanpassen, pijnstilling, fysiotherapie?
- Verwachtingen van patiënten over operatie beter managen kan al door huisarts: bijvoorbeeld met behulp van UMC mobility clinic app, bespreken uitkomsten/complicaties van ingrepen.
- Stap tussen conservatieve behandeling en operatie kan reumatoloog, sportarts of revalidatiearts zijn.